De eerst twee weken.
Wat hebben we geleerd met De Vreedzame School?
Kadir: Dat je geen afbrekers moet geven maar opstekers.
Cato: Dat roddelen en pesten niet leuk is.
Lies; Dat iedereen mee mag doen.
Ilias: Dat het leuk is als je een grapje maakt. Maar als je doorgaat wordt het plagen. En als het niet ophoudt wordt het pesten.
Bente: Dat iedereen zich fijn moet voelen op school.
Hanna W: Dat iedereen anders is,
Levi: …. en een andere mening heeft.
Dinte; Als je stop hou op zegt dan moet je ook stoppen.
Mads: Als iemand niet stopt ga je naar de juf.
Rafet: We zijn aardig tegen elkaar.
Sophie: Voor jezelf opkomen maar ook voor anderen.
Pepijn; Iedereen mag zijn wie die wil.
Jasper: Je mag niet buitensluiten.
Thomas: Als iemand pijn heeft kan je troosten.
Imane: We hebben geleerd dat we elkaar niet pesten. Opstekers geven en geen afbrekers.
In de gang en op de trap ben je stil.
Lies: We hebben twee laatjes. Rechts zitten de schriften en links de boeken.
Nienke: Je levert je laatje met schriften, aan het eind van de dag, in.
Cato; Je kan allemaal sommetjes maken met de verjaardagskalender.
Walid: Aan de regels houden.